- Home
- Detective
- Historische roman
- Sprookjes
- Realistisch
- Vlinders - Simone van der Vlugt
- Iris- Caja Cazemier
- Krassen in het tafelblad - Guus Kuijer
- Het verrotte leven van Floortje Bloem - Yvonne Keuls
- Pijnstillers - Carry Slee
- Nikolaj - Ellen Tijsinger
- Hadden we er maar wat van gezegd - Jan de Zanger
- Majlent - Ted van Lieshout
- Vermist: het safehouse - Meg Cabot
- Tegen de muur op - Karlijn Stoffels
- Stuk - Judith Visser
- Ontdekt - Tiny Fisscher
- Meisje van Mars - Anna Woltz & Vicky Janssen
- Ik doe niet meer mee - Jacques Vriens
- Blauwe plekken - Anke de Vries
- Dun! - Do van Ranst
- Vrijwillig? - Ardine Korevaar
- Hoe overleef ik de puberteit? - Francine Oomen
- Pokerface - Pete Hautman
- Spijt! - Carry slee
- Afblijven! - Carry Slee
- Hoe overleef ik mezelf? - Francine Oomen
- Met mijn ogen dicht - Maren Stoffels
- Science Fiction
- Fantasy
- Oorlog
- Andere culturen
- Griezel
- Poëzie
- Spanning en avontuur
- Waargebeurd
- Strips
- Top 10
- Wist je datjes
- Wat is jouw favoriete genre?
- Contact
Ik was 12 en ik fietste naar school
Flaptekst
“Ik ben één van de weinigen die het geluk hebben gehad te ontsnappen aan een dergelijke moordenaar. Het vertellen van dit verhaal is voor mij een noodzaak en als ik al de moed heb om deze hellegang te reconstrueren, dan is het vooral opdat rechters pedofielen niet langer vrijlaten wegen “goed gedrag”, en zonder enige waarschuwing.”
Sabine Dardenne is twaalf jaar oud als ze door Marc Dutroux en zijn handlanger van haar fiets wordt gesleurd, in een busje wordt gedrogeerd en naar een onbekend huis wordt gebracht. Wat Sabine daar moet ondergaan is vreselijk. Zij moet zich uitkleden, Dutroux doet haar een ketting om de hals en bindt haar daarmee aan een bed. Na een paar dagen wordt Sabine naar een kelder overgebracht, waar ze in de tijd die volgt steeds weer wordt lastig gevallen door Dutroux. Aan het eind van haar gevangenschap krijgt ze gezelschap van Laetitia Delhez en enkele dagen later worden de meisjes door de politie bevrijd.
Dit boek is een buitengewone getuigenis van een jonge vrouw die tachtig dagen doorbracht in gevangenschap voordat zij van de dood werd gered. Sabine Dardenne schreef dit boek opdat de stem van de slachtoffers eindelijk gehoord zal worden en de fascinatie voor dit soort monsters voor altijd zal verdwijnen.
Recensie - Hilde Clemens
“Ik was twaalf en ik fietste naar school… Mijn naam is Sabine, ik woonde in een dorpje in België toen ik op mijn twaalfde op weg naar school verdween. De rijkswacht dacht in het begin dat ik was weggelopen…”
Dit schrijft Sabine aan het begin van haar boek. Ze vertelt hoe ze als opstandige puber met een onvoldoende voor wiskunde naar school fietste, ’s morgens vroeg. Toevallig staat haar vriendinnetje niet op haar te wachten als ze door het stille straatje fietst. Zo wordt ze het slachtoffer van Dutroux, die haar met een hulpje in een busje sleurt. Hij sluit haar op in zijn huis en de meeste tijd brengt ze door in een kleine kelder, op een vieze matras. Ze wordt uitgehongerd, vernederd en verkracht. Het is zó gruwelijk dat je je niet voor kan stellen dat het waar gebeurd is. Behalve lichamelijk wordt ze ook geestelijk gemarteld. Dutroux maakt haar wijs dat haar ouders geen losgeld voor haar willen betalen en dat hij zo ‘goed’ is haar voor de grote baas, de ‘chef’ verborgen te houden. Sabine lijdt onder een groot schuldgevoel. Had ze niet aardiger kunnen zijn tegen haar ouders? Had ze niet beter haar best kunnen doen bij wiskunde?
Sabine heeft een sterk karakter. Je krijgt tijdens het lezen heel veel bewondering voor haar moed en geestkracht. Om bezig te blijven, leert ze uit haar schoolboeken en –schriften, die in haar rugzak zitten. Ze vraagt Dutroux papier, potloden en pennen om mee te schrijven. Op een gegeven moment is ze zó eenzaam dat ze Dutroux om een vriendinnetje vraagt. Ze had nooit verwacht dat hij aan dat verzoek zou voldoen. Zo komt Laetitia Delhez in de kelder van Dutroux, ook van de straat geplukt en in het busje gegooid. Laetitia vertelt Sabine dat heel België naar haar zoekt en ze weet nu dat Dutroux haar leugens heeft verteld.
Doordat bij de ontvoering van Laetitia ooggetuigen waren die een deel van het kenteken hadden genoteerd, kunnen de twee meisjes bevrijd worden, Sabine na tachtig en Laetitia na drie dagen in handen van ‘het monster van België’. De politie doet daarna een verschrikkelijke ontdekking: ze vinden de lijken van vier andere vermiste meisjes, Julie en Melissa en An en Eefje.
Sabine gaat ook hierna nog door een diep dal. De media laten haar niet met rust en ze moet haar schokkende verhaal vertellen in de rechtzaal. Dutroux heeft haar echter niet klein gekregen. Ze is niet meer bang voor hem en kijkt hem recht in de ogen. Dat is haar wraak, zij is sterk en vrij en hij wordt veroordeeld. Hij zal nooit meer vrij komen.
Dit is behalve een schokkend verhaal, een verhaal van kracht en moed. Je kunt je amper voorstellen wat Sabine door moet maken en je bewondering voor haar is enorm. Ze zat in de hel en ze is er sterker uitgekomen. Dit boek houdt je in zijn greep en laat je niet meer los. Als je het uit hebt, zal je het nooit meer vergeten. Een aanrader!
“Ik ben één van de weinigen die het geluk hebben gehad te ontsnappen aan een dergelijke moordenaar. Het vertellen van dit verhaal is voor mij een noodzaak en als ik al de moed heb om deze hellegang te reconstrueren, dan is het vooral opdat rechters pedofielen niet langer vrijlaten wegen “goed gedrag”, en zonder enige waarschuwing.”
Sabine Dardenne is twaalf jaar oud als ze door Marc Dutroux en zijn handlanger van haar fiets wordt gesleurd, in een busje wordt gedrogeerd en naar een onbekend huis wordt gebracht. Wat Sabine daar moet ondergaan is vreselijk. Zij moet zich uitkleden, Dutroux doet haar een ketting om de hals en bindt haar daarmee aan een bed. Na een paar dagen wordt Sabine naar een kelder overgebracht, waar ze in de tijd die volgt steeds weer wordt lastig gevallen door Dutroux. Aan het eind van haar gevangenschap krijgt ze gezelschap van Laetitia Delhez en enkele dagen later worden de meisjes door de politie bevrijd.
Dit boek is een buitengewone getuigenis van een jonge vrouw die tachtig dagen doorbracht in gevangenschap voordat zij van de dood werd gered. Sabine Dardenne schreef dit boek opdat de stem van de slachtoffers eindelijk gehoord zal worden en de fascinatie voor dit soort monsters voor altijd zal verdwijnen.
Recensie - Hilde Clemens
“Ik was twaalf en ik fietste naar school… Mijn naam is Sabine, ik woonde in een dorpje in België toen ik op mijn twaalfde op weg naar school verdween. De rijkswacht dacht in het begin dat ik was weggelopen…”
Dit schrijft Sabine aan het begin van haar boek. Ze vertelt hoe ze als opstandige puber met een onvoldoende voor wiskunde naar school fietste, ’s morgens vroeg. Toevallig staat haar vriendinnetje niet op haar te wachten als ze door het stille straatje fietst. Zo wordt ze het slachtoffer van Dutroux, die haar met een hulpje in een busje sleurt. Hij sluit haar op in zijn huis en de meeste tijd brengt ze door in een kleine kelder, op een vieze matras. Ze wordt uitgehongerd, vernederd en verkracht. Het is zó gruwelijk dat je je niet voor kan stellen dat het waar gebeurd is. Behalve lichamelijk wordt ze ook geestelijk gemarteld. Dutroux maakt haar wijs dat haar ouders geen losgeld voor haar willen betalen en dat hij zo ‘goed’ is haar voor de grote baas, de ‘chef’ verborgen te houden. Sabine lijdt onder een groot schuldgevoel. Had ze niet aardiger kunnen zijn tegen haar ouders? Had ze niet beter haar best kunnen doen bij wiskunde?
Sabine heeft een sterk karakter. Je krijgt tijdens het lezen heel veel bewondering voor haar moed en geestkracht. Om bezig te blijven, leert ze uit haar schoolboeken en –schriften, die in haar rugzak zitten. Ze vraagt Dutroux papier, potloden en pennen om mee te schrijven. Op een gegeven moment is ze zó eenzaam dat ze Dutroux om een vriendinnetje vraagt. Ze had nooit verwacht dat hij aan dat verzoek zou voldoen. Zo komt Laetitia Delhez in de kelder van Dutroux, ook van de straat geplukt en in het busje gegooid. Laetitia vertelt Sabine dat heel België naar haar zoekt en ze weet nu dat Dutroux haar leugens heeft verteld.
Doordat bij de ontvoering van Laetitia ooggetuigen waren die een deel van het kenteken hadden genoteerd, kunnen de twee meisjes bevrijd worden, Sabine na tachtig en Laetitia na drie dagen in handen van ‘het monster van België’. De politie doet daarna een verschrikkelijke ontdekking: ze vinden de lijken van vier andere vermiste meisjes, Julie en Melissa en An en Eefje.
Sabine gaat ook hierna nog door een diep dal. De media laten haar niet met rust en ze moet haar schokkende verhaal vertellen in de rechtzaal. Dutroux heeft haar echter niet klein gekregen. Ze is niet meer bang voor hem en kijkt hem recht in de ogen. Dat is haar wraak, zij is sterk en vrij en hij wordt veroordeeld. Hij zal nooit meer vrij komen.
Dit is behalve een schokkend verhaal, een verhaal van kracht en moed. Je kunt je amper voorstellen wat Sabine door moet maken en je bewondering voor haar is enorm. Ze zat in de hel en ze is er sterker uitgekomen. Dit boek houdt je in zijn greep en laat je niet meer los. Als je het uit hebt, zal je het nooit meer vergeten. Een aanrader!